Uit onderzoek van het RIVM is gebleken dat ouders hun kinderen steeds minder vaak laten vaccineren en waarschuwt over de fabels die er de rondte doen. De vaccinaties zouden namelijk schadelijke stoffen bevatten die nare bijwerkingen kunnen hebben.
In 1953 is de overheid actief begonnen met het inenten van jonge kinderen, dat begon met een vaccinatie tegen difterie. In 1957 is het Rijksvaccinatieprogramma gestart dat we nu nog steeds kennen, uiteraard zijn de vaccinaties na verloop van tijd aangepast en uitgebreid voor meer ziektes en aandoeningen. Toch zijn niet alle ouders tevreden over hoe de vaccinaties werken. Op dit moment schommelt het deelnemerspercentage ergens tussen de 92 tot 99 procent. Dat is natuurlijk een vors aandeel maar dat betekent dat er ieder jaar honderden pasgeboren baby’s niet worden ingeënt en nog schrikbarender, het deelnemerspercentage is voor het tweede jaar op rij gedaald.
Wij van het Geboortecentrum Woerden zijn van mening dat iedere ouder zelf moet beslissen of een vaccinatie voor het kind nodig is, maar als ons om advies wordt gevraagd, adviseren wij het wel altijd. De meest gehoorde redenen om het niet te doen zijn:
Schadelijke stoffen
Het klopt dat er stoffen als aluminium worden toegevoegd aan de vaccinaties. Deze hulpstoffen zorgen er echter voor dat het vaccin beter werkt. Het gaat niet zozeer om de stof maar om de hoeveelheid. Het gehalte aluminium is bijvoorbeeld zo laag dat het uw pasgeboren baby geen schade kan doen.
Verhoogde kans op autisme
Dat is een van de bekendste fabels rond inentingen. In 1998 heeft de Engelse kinderarts Andrew Wakefield een onderzoek gepubliceerd waaruit bleek dat het vaccin tegen bof, mazelen en rode hond autisme kan veroorzaken bij kleine kinderen. Precies hetzelfde onderzoek is naderhand nog honderden keren uitgevoerd maar nooit kwamen de onderzoekers tot dezelfde resultaten als Wakefield. Later bleek dan ook dat hij had gefraudeerd en sindsdien mag hij nooit meer als kinderarts werken.
Nare bijwerkingen
Het klopt dat vaccinaties bijwerkingen kunnen hebben, zeker bij heel jonge kinderen. Er zijn zoveel mogelijke bijwerkingen dat er niet voor allemaal gewaarschuwd kan worden. Als je kindje last heeft van bijwerkingen, is het belangrijk dit na te laten kijken bij het consultatiebureau, zij maken dan melding bij het bijwerkingencentrum Lareb. Eventuele nare bijwerkingen zijn echter niets vergeleken de ziektes waarvoor het kind juist gevaccineerd wordt.
De ziektes bestaan niet meer
Ook dit is een fabeltje. Mensen reizen tegenwoordig natuurlijk vaker en verder dan ooit. Dat betekent dat ziektes ook de hele wereld over reizen. Als er steeds minder kinderen gevaccineerd worden en de zogenaamde vaccinatiegraad daalt, kunnen er weer epidemieën ontstaan. Ziektes als Rode Hond en Bof bestaan niet meer in Nederland maar dat betekent natuurlijk niet dat dat ook voor bijvoorbeeld India geldt. We hebben het natuurlijk in 2016 nog gezien met Ebola in West-Afrika. Ook daarvan werd gedacht dat de ziekte niet meer bestand maar plots was er toch weer een epidemie. Vorig jaar werden er 2 gevallen van Polio gemeld in Oekraine, dat waren de eerste meldingen in Europa in 5 jaar. Zo zie je maar dat je pas echt kunt stoppen met een vaccinatie op het moment dat een ziekte nergens ter wereld meer bestaat.
De grote belangen van de farmaceutische industrie
Het klopt dat de farmaceutische industrie een commercieel belang heeft bij de vaccinaties van kinderen, ze verdienen er logischerwijs geld aan. Net zoals ouders een nog veel groter belang hebben bij de vaccinaties; een gezond kind.
Daarnaast wordt het Rijksvaccinatieprogramma samengesteld door de Rijksoverheid en niet door de farmaceutische industrie, zij leveren alleen de vaccinaties.